Het geoptimaliseerde automatische melksysteem biedt melkveebedrijven economische en ecologische voordelen
Met een reeks optimalisaties introduceert GEA een nieuwe generatie van de DairyRobot R9500 en DairyProQ automatische melksystemen. Een nieuw serviceconcept zorgt ook voor een verbeterd onderhoudsgemak, lagere onderhoudskosten en minimale systeemstilstand. Ook is er een uitgebreid softwarepakket om het melkproces te optimaliseren.
Met de nieuwe generatie profiteren melkveebedrijven van een grotere beschikbaarheid, meer melkingen en melk per dag en lagere bedrijfskosten (tot 35% in vergelijking met het vorige model). Voor bestaande DairyRobot R9500-, Monobox- en DairyProQ-systemen zijn upgradepakketten beschikbaar met de nieuwe functies.
De beproefde In-Liner Everything-technologie voert elke stap van het melkproces – stimulatie, reinigen/voordippen, voormelken, melken en dippen – uit in één enkele procedure. Het dompelmiddel in het proces wordt zowel in de melkbeker als in de speen aangebracht, waardoor ook het speenrubberoppervlak nat wordt.
Hierdoor desinfecteert het dompelmiddel zowel de speenhuid als de melkbeker. Dit kan de noodzaak voor tussentijdse desinfectie met perazijnzuur elimineren. Hieronder worden de camera en de melkbeker nu parallel gereinigd. Deze procesverbeteringen verkorten niet alleen de boxtijd voor meer melkbeurten per dag, ze beschermen ook het milieu en verlagen de bedrijfskosten.
Met een nieuw softwarepakket (versie 1.5) brengt GEA nog een innovatie naar de nieuwe robot. Met slechts één klik in de MView-besturing wordt een handige scheidingsmodus geactiveerd. Hierdoor kunnen dieren waarvan de melk wordt gescheiden, in groep worden gemolken zonder tussentijds spoelen of reinigen na elke individuele koe. Dit bespaart tijd en vermindert het water-, wasmiddel- en energieverbruik aanzienlijk. Het betekent ook dat melksystemen sneller weer gebruiksklaar zijn voor de volgende koeien.
Ook de melktechnologiemodules zijn verbeterd. Met deze modules, die de sensoren voor melkanalyse en -dosering bevatten, volgen GEA's automatische melksystemen een nieuw serviceconcept. Geoptimaliseerde technische componenten in de modules zorgen voor een langere levensduur. Op de voedingsunit van de DairyRobot R9500 kunnen maximaal vier melkrobots worden aangesloten. Dit verbetert het energetisch rendement van het proces en biedt flexibiliteit voor toekomstige uitbreidingen. Voor de melkcarrousel zijn hiervoor optionele legeruimtemodules ontwikkeld.
Het ontwerp is ook vernieuwd. Verbeteringen in de installatieruimte zorgen voor een betere toegankelijkheid van de modulecomponenten en een snellere vervanging van controleserviceonderdelen voor continu melken en minimale uitvaltijd. De afzonderlijke componenten van de vervangbare melktechnologiemodules zijn beter toegankelijk voor onderhoud in de nieuwe generatie automatische melksystemen.
De nieuwe generatie melksystemen beschikt over een geoptimaliseerd MilkRack. Nieuwe bekersegmenten verlengen de levensduur van de rondriemen en maken het mogelijk om de reinigingspositie met minder onderhoud aan te passen. Dankzij minder openingen is het MilkRack nu minder vatbaar voor vervuiling.
Voor de nieuwe generatie automatische melksystemen heeft GEA de reguliere service-intervallen en servicepakketten herzien. Duurzamere materialen en langere onderhoudsintervallen resulteren in lagere onderhoudskosten.
Foto: GEA