01/11/2021
Door Ad Spijkers
Na de internationale persconferentie van de International Federations of Robotics (IFR) ontving de redactie van Robot Magazine desgevraagd wat cijfers over de Benelux-markt.
Sinds 2004 zijn de statistieken voor België en Nederland gebaseerd op geconsolideerde gegevens die door robotleveranciers wereldwijd rechtstreeks worden gerapporteerd aan de IFR Statistical Department. Vóór 2004 waren de verkoopcijfers en distributies voor elk afzonderlijk land geschat.
Vóór 2013 maakten sommige leveranciers geen onderscheid tussen België en Nederland in hun gegevens die werden gerapporteerd aan de IFR, waardoor sommige verkoopcijfers voor Nederland onder België werden vermeld. Hierdoor waren de verkoopcijfers voor België gedeeltelijk te hoog en die voor Nederland deels te laag. De gegevens voor Luxemburg worden onder België gerapporteerd, aangezien het land erg klein is en slechts een klein aantal robots heeft geïnstalleerd.
Markt in 2020
In 2020 vonden in Nederland 1746 nieuwe robots een toepassing, dat is 2% minder dan een jaar eerder (zie illustratie). De verkoop steeg in de periode 2015-2020 met gemiddeld 3%. Ons land telde eind 2020 zo'n 15.300 robots in bedrijf, dat is 7% meer dan in 2019. De gemiddelde jaarlijks toename in genoemde periode is 10%. De automotive-industrie telt hier 1109 robots per 10.000 werknemers, de maakindustrie heeft 221 robots per 10.000 werknemers in dienst en de overige industrie 128.
In 2020 werden in België en Luxemburg 836 nieuwe industriële robotsystemen geïnstalleerd, dat was 21% minder dan in 2019. Toch viel over de periode 2015-2020 een samengestelde jaarlijkse groei van 15% te noteren. Het aantal in bedrijf zijnde systemen is bijna 10.400, waardoor er in 2020 3% is bijgekomen. De automotive-industrie heeft een robotdichtheid van 1634 robots per 10.000 medewerkers, de maakindustrie 221 en de overige industrieën 128.
Vooruitzichten
Het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp) is in 2020 met 3,7% gekrompen en zal naar verwachting in 2021 niet volledig herstellen (+2,3%). De maakindustrie doet het echter beter dan de economie als geheel. Na de fusie van PSA en Fiat-Chrysler tot Stellantis is Amsterdam nu de thuisbasis van het hoofdkantoor van de op drie na grootste autofabrikant ter wereld. Maar er zijn momenteel geen plannen om productiecapaciteit in het land te vestigen en Tesla heeft aangekondigd de fabriek in Tilburg te sluiten.
De robotvraag in Nederland zal de komende jaren dan ook geen grote impuls krijgen vanuit de auto-industrie. De algemene industrie zal de groeimotor blijven, samen met de voedingsmiddelen- en drankenindustrie en de metaalindustrie als belangrijkste klanten van industriële robots.
De Belgische economie sloot het pandemiejaar 2020 af met een daling van het bbp van 6,3%. Het zal naar verwachting groeien met 4,5% in 2021 en met 3,7% in 2022.91 Belangrijke sectoren zoals metaal, chemicaliën, farmacie en voedingsmiddelen- en drankenindustrie zullen hun investeringen inhalen. De resterende autofabrikanten hebben voor de komende jaren investeringen aangekondigd, maar er zijn momenteel geen plannen van leveranciers van auto-onderdelen. De algemene industrie zal in België de belangrijkste groeimotor blijven voor de vraag naar robots.
Illustratie: IFR