Mobiele robotassistent als duivelstoejager

Mon Dec 30 2024

12 30

Mobiele robotassistent als duivelstoejager

09/06/2015

Door Liam van Koert

Volgens Johann Soder, grote innovatiebaas van SEW Eurodrive is Industrie 4.0 het slim flexibeler en efficiënter maken van fabrieken en ketens. Zelf heeft zijn bedrijf een slimme mobiele assistent ontwikkeld die helpt een enorme variatie aandrijfcomponenten nog efficiënter te produceren. Deze komt vooral tot zijn recht doordat SEW de afgelopen jaren zelf haar eigen processen superslank heeft gemaakt.


     

“Het grootste potentieel voor de toekomst zien wij in de optimalisering van de materiaalstromen”, zegt Soder. Hoe? Nadat SEW in anderhalf jaar haar slanke productie-eilandjes tot kleine fabriekjes maakte is het nu zaak ze zowel intern als onderling ‘smart’ aan elkaar te koppelen. Dat betekent onder andere het afscheid nemen van starre logistiek zoals monorailsystemen of transportbanden en de introductie van mobiele assistenten. Deze slimme rijdende platforms, al dan niet met robot, worden ingezet voor het brengen van onderdelen naar een volgende processtap – bijvoorbeeld een lakstraat. Maar ze helpen monteurs ook bij assemblagewerkzaamheden. De industrie 4.0-visie van Soder: “Wij bieden als productiebedrijf heel veel verschillende soorten aandrijvingen. In onze industrie 4.0-opzet kijken we bij het binnenkomen van een order eerst of er voldoende werkvoorraad is om de aandrijving te maken. Vervolgens wijzen we de order toe aan een productiecel en koppelen hem aan een van onze mobiele montageassistenten. Deze helpt bij de productie en leidt het product 'zelfstandig' door de fabriek tot naar de expeditie."

Eigen praktijk
In het kader van het project “Schaufenster Industrie 4.0' in de EW-fabriek in Graben-Neudorf fungeert de in eigen huis ontwikkelde en mobiele montageassistent als rijdende werktafel. Met zijn hulp worden aandrijvingen samengesteld, motoren gemonteerd, met olie gevuld, getest en naar de lakstraat gebracht. Het bijzondere hierbij is dat de mobiele assistent als Cyber Physical System alle voor de opdracht belangrijke informatie bij zich draagt en deze met de werknemers deelt via een vast gemonteerde tablet. Middels een WLAN staat de assistent ook met de voorraadplanken in verbinding en laat hij de medewerker zien welk bouwdeel er waar gemonteerd moet worden. Dat gebeurt vandaag de dag nog visueel, bijvoorbeeld met lampen, waarbij de monteur zijn handelingen ''afmeldt‘ door op een knop te drukken. Maar in de toekomst ziet Soder hier ook mogelijkheden voor andere vormen van bediening, met spraak bijvoorbeeld.

Autonome automatisering
De mobiele assistent is veel meer dan een AGV. Hij denkt namelijk altijd mee! Hij ondersteunt de mensen op de vloer door automatisch de juiste positie en hoogte aan te nemen bij een volgend montagepunt. Ook merkt hij zelf wanneer bepaalde goederen moeten worden aangevuld. Die constatering meldt hij weer aan andere systemen, die dan – volledig geautomatiseerd – een nieuwe bestelling plaatsen. Naast slimme montage moeten ook slim gekoppelde bewerkingseilanden de doorlooptijden in de SEW-fabriek flink terugdringen. Ook hier biedt de mobiele assistent uitkomst, al is hij dan uitgerust met een robotarm. De assistent kan de machinebelading in combinatie met bin-picking voor haar rekening nemen, of gereedschapswisselingen verzorgen.

Wat kost dat?
Dan rest de onvermijdelijke vraag naar de kosten. Industrie 4.0 kan namelijk aardig in de papieren lopen. Soder: “Industrie 4.0 vraagt om een holistische aanpak. Ook wat betreft de kosten. Is aan het einde van de rit het operationele resultaat verbeterd? Dan heb je het goed gedaan. Ik druk anderen die met 4.0  aan de slag gaan altijd op het hart dat de sleutel tot succes niet ligt in het alleen maar digitaliseren van je fabriek. Je processen moeten eerst op orde zijn. Anders heeft het geen zin en wordt het een bodemloze put. Maar doe je het goed, dan betaalt het zich uit; net als in Graben-Neudorf. We denken dat we onze doorlooptijden nog 50 tot 70 procent kunnen inkorten en 20 procent aan waarde kunnen toevoegen. Opgeteld moet dit tot 30 procent meer productie in ‘dezelfde’ fabriek leiden."